Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



116

„ W aar om zeg je O ? ”

„Je valt me tegen, hoor. Heb jij nou ook van die foefies ?”

„Wat zeg je?”

„.... Da’s toch goddoome sterk!”

„Watte ?”

„.. . . Julie hebben allemaal ’t zelfde smoesje .... Jullie trouwt geen van allen! As je maar eerst uitgeboemeld ben, hè ?.... Met óns scharrelen jullie maar, hè ?”

Ik hield m’n mond. ’n Blinde, kwaadaardige woede schokte in me op, ’n woede om iets neer te slaan. Jullie.... Jullie.... Jullie .... saamgekoppeld met ’t uitschot achter me, met de gehate, perverse, liederlijke bent.... Jullie !.... Maar in mijn woede kwam ’t verstand faufileeren.... Je kan ’t ’r niet kwalik nemen.... Ze heeft nóóit anders dan schooiers gekend.... Ze begrijpt niks van je. Je mot ’r overtuigen .... Je mot ‘t ’r nou is góed zéggen .... dat ’t je niet om smeerlapperij te doen is.... En dan praatte ik weer:

„ .. . . Ik scharrel al lang niet meer, Georgine .... Ik boemel niet”....

„ .... Je mot me niet kwalijk nemen, Alf, maar ’k ben zöo’n ouwe rot” ....

„Als je nog één woord zeg, sta ik op, zie je me nóóit meer.

Heb je me verstaan ? Ik geef je mijn woord, mijn woord, dat ik niét lieg, geen foefies gebruik, geen smerige leugens om wat van jou „gedaan” te krijgen. Je kent me zoo weinig. Bij alles sta je met wantrouwen klaar. Je moet me gelóóven. Als je me niet gelooven wil, zal ik ’r geen woord meer over vuil maken.”

„Zou jij dan zoo’n wonderman zijn?” — zei ze glimlachend, superieur door ondervinding.

„Heelemaal niet kind. Ik heb zes, zévenmaal kunnen trouwen, ’k Kan toch ’n vrouw onderhouden als ’t noodig is. Denk je dat ’r niet hoopen meissies met geld klaarstaan ? Maar ik doè ’t niet. Ik wil niet. ’k Heb ’r mijn reden voor. Te véél om jóu te zeggen. De hoofdzaak is —, lach jij maar, — dat trouwen geen handelszaak is, waarvoor je ’n contract moet maken —, dat ’r in de eerste plaats vèrtrouwen moet zijn. Als je ’n man niet volkomen vertrouwt, moét je niet met ’m trouwen. Is ’t niet beter dat je uit vrijen wil bij elkaar blijft, dan dat je je verkoopt? ’t Blijft nou toch altijd ’n koop, niet? — ’n koop voor ’n mooi gezichtje,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.