Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



101

„Wat oetzen ? Studie van schoenmakersgarnituren in verband met de wetten van de zwaartekracht en de aswenteling der aarde moet interessant zijn. Da’s hóóge ernst, mijnheer! Wat drommel denk je dat zonder zwaartekracht ’n mensch zou kunnen loopen ? D’r hoeft maar ’n kleine verstoring plaats te hebben en de menschen zweven als de vogels. Dan ligt jullie zaak in schoenmakersgarni-teren! Als je niet studeert, mijnheer kom je tot niks. Heb je wel eens nagedacht over de schoenmakers op Mercurius ? Die moeten heel wat beter waar leveren of denk je dat een zesde meer aan

dichtheid en soortelijk gewicht niet meetelt! Kepler”.....

„Oets je mijn, oets m’n togus,” zegt de reiziger nijdig.

Even is er een gaping. Ik voel da’k niet „moppig” ben, dat ze er niks mee ophebben. Kan-me niks schelen, ’k Lijk wel tien jaar jonger zoo kwajongensachtig als ik me voel. Wat is dat lollig zoon stemming van kattekwaad.

„Willen jullie nog wat drinken ?”

„Om nog is op ’t theater terug te kommen,” zeg Piet, wijs — om de menschen weer an ’t praten te krijgen: „ik heb ’t eens bijgewoond dat een van je eerste spelers op de planken stond en z’n broek begon af te zakken.... Hahaha!... Dat was goddoome n spektakel.. . hahaha.”

Ik fluister met Georgine en Lisy over den neus van Zakkie. Ze proesten zachies. Georgine’s knie rust altijd tegen de mijne. Als ze zich naar Lisy voorover buigt, klopt ’t bloed naar m’n keel. Nog nooit heeft ze zoo vertrouwelijk tegen me aangeleund. Ik drink ouwe klare, wor hoe langer hoe vroolijker. Als ’k me beweeg voel ik de smijdigheid van haar japon. Een keer, legt ze, lachend, haar zachte hand op mijn knie, voel ik haar volle handwarmte. ’t Maakt me gek van jeugd én verlangen. Zoo wakker geraak ik, dat ik ’t heele gezelschap doe schateren om ’n zot verhaal — ’k weet niet meer wat —, meelach om ’n reizigersmop van den kroeskop, me één voel met allen zoo ze daar zitten. Wat ’n aardige mense! Wat ’n gezellige nacht!.... Wat heb-ik strak -kies ’n malligheden gedacht bij den Vijverberg!.... Is ’t leven niet verduiveld beminlijk als je vroolijk bent en meedoet aan ’t pleizier van anderen!. ... Zoo most je altijd zitten, zoo goddelijk-abruti, zoo frisch, zoo raak en stupiede in je spot, zoo zeker van toon om ’n mop voor commis-voyageurs te vertellen. De nacht moest kunnen duren, duren .... Maar Lisy is moe en gaat naar boven. Zakkie en nog een vragen kaarsen. Piet, Georgine, de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.