Geschiedenis van het volk Israël

de schuldige was, of eene volksmenigte, die zich voor Joas’ huis verzameld had, drong bij hem aan, om zijn zoon aan hare wraakzucht over te leveren. Deze wilde daaraan niet voldoen, maar gaf den verblinden 2?a’a/-aanbidders spottend ten antwoord: *Ba'al zal, zoo hij een God is, wel zelf met hem twisten.” Daaraan ontleende Giet on den bijnaam Jeruba'al. ')

Gietons koene daad, die tevens van waarachtige Gods-vrucht getuigde, schonk hem spoedig zulk een aanzien, dat op zijn bevel eene groote menigte van zijne stamgenooten en uit de stammen Aser, Zébulon en Naphtali te zamen stroomde, om de Midjanieten te beoorlogen, toen dezen weder hun jaarlijkschen inval in het dal Jizre'eelherhaalden. Vóór den strijd wenschte hij, dat God hem en de zijnen door een wonderteeken van de overwinning zou verzekeren. Hij verlangde, dat slechts op ééne schapevacht, die hij in een schuur neerlegde, dien nacht de dauw nederdalen en het geheele land in den omtrek droog zou blijven. Dit ge-schiedde, zoodat hij den volgenden ochtend het vocht uit de vacht kon persen. Nadat op zijn verlangen den vol-genden nacht ook nog het tegenovergestelde had plaats gevonden en slechts de schapevacht droog bleef, terwijl overal in den omtrek de dauw nederdaalde, hield hij zich van de Goddelijke hulp verzekerd. Hij wilde met zijne manschap-pen, 32,000 in getal, ten strijde trekken. Opdat dezen zich echter niet zelven de overwinning toeschrijven, maar daarin duidelijk de hand van het Opperwezen zouden ontwaren, moest op Gods bevel hun aantal verminderd worden. Gieton gaf daarom ieder, die den strijd vreesde, verlof om heen te gaan, waarvan 22,000 man gebruik maakten. Het leger was nog te groot. Hij voerde het op Gods bevel naar een stroom en zond allen heen, die op afgodische wijze knielden, om het water er uit te scheppen. Zoo bleef eindelijk eene kleine maar moedige bende van 300 man over, om de vijanden, wier getal 135,000 man bedroeg, te overwinnen. Vóór den aanval sloop Guton heimelijk met zijn schild-knaap Pura in het kamp der vijanden, om zich van hunne stemming te overtuigen. Uit een gesprek tusschen twee strijdmakkers bleek hem terstond hunne moedeloosheid. De eene deelde den anderen een droom mede, waarin hij gezien had, hoe een gerstebrood door het Midjanietisch leger rolde en eindelijk de veldheerstent omwierp. cDit doelt

') ירבעל saamgetrokken uit הב^ל Ó י1ב laat Ba'al zelf

־־ r    ־ r ־    ־«MT

met hem twisten.