Geschiedenis van het volk Israël

Titel
Geschiedenis van het volk Israël

Jaar
1891

Pagina's
200



67

legde hij zich onbezorgd ter ruste, nadat hij zich door het gebruik van eenigen drank gelaafd had. Ja'el was echter met de Israëlieten bevriend en maakte daarom van deze gelegenheid gebruik, om hen van een gevaarlijken vijand te verlossen. Zij dreef Sisera, in diepe rust gedompeld, een ijzeren pin door den slaap en ging daarop Barak, dié zijn vijand nog steeds nazette, verheugd te gemoet, onder den uitroep: »ik zal u den man toonen, dien gij zoekt.” De edele Debora bezong met Barak deze schitterende overwinning in een schoon zegelied, een meesterstuk der Hebreeuwsche poëzie.

HOOFDSTUK XLIY.

O i d’o n.

Na deze overwinning genoot Israël langen tijd rust, totdat het weder van Gods geboden afweek en tot straf daarvoor de drukkende hand der Midjanieten en Ama-lekieten moest gevoelen. Dezen trokken met andere beduï-nen-stammen gedurende zeven jaar telkens tegen den oogsttijd over de Jordaan »als sprinkhanen in menigte”, plunderden de vruchten, voerden het vee weg en lieten het land berooid en verarmd achter. Onder dezen smaad ging vooral Gid’on, zoon van Joas, uit Ophra in Menassé, gebukt.

Niettegenstaande zijne heidensche omgeving, voor welke Ba!al als de hoogste macht gold, erkende hij den eenigen God en vestigde op Hem zijn vertrouwen. Dit vervulde hem met de hoop, dat ook voor zijn vernederd vaderland weer eens de dag der redding zou aanbreken. Een diepen indruk maakte op hem de verschijning van een Goddelijk wezen, dat hem, toen hij eens uit vrees voor den vijand, de tarwe dorschte, waar gewoonlijk de wijn geperst werd, verzekerde, dat hij door God uitverkoren was, om zijn ongelukkige broeders uit de macht hunner vijanden te verlossen. De bescheiden held achtte zich echter te gering voor deze zending. Eerst na de verzekering van den Goddelijken bijstand en nadat zijn offer op wonderbare wijze aangenomen was, aanvaardde hij haar. Op Gods bevel vernielde hij nu met hulp van io dienaren het altaar van Ba!al, door zijn vader opgericht en het daarbij behoorend gewijde bosch. Hij bouwde vervolgens een nieuw altaar, waarop hij een offerdienst voor den eenigen God verrichtte. De heidensche bevolking vernam den volgenden ochtend deze heiligschennis met diepe verontwaardiging. Nauwelijks had men vernomen dat GitTon

Mon. Gesch. I, 5*

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.