Geschiedenis van het volk Israël

Ó2

loosheid en het begin van afgoderij. Men kwam te Silo bijeen en besloot tegen den twee en een halven stam ten strijde te trekken. Vooraf vaardigde men echter een gezantschap af onder leiding van Pinchas, den zoon van den hoogepriester El'azar, om de trouwelooze stammen op hun laakbaar gedrag te wijzen. Daardoor kwam het misverstand aan den dag. De gezanten keerden met een geruststellend bericht terug, zoodat men van elke vijandelijke onderneming afzag.

Tot in zijn hoogen ouderdom bleef Josua werkzaam in het belang van zijn dierbaar volk, door het te onderwijzen in de leer Gods en het zijn hooge roeping voor te houden. Kort voor zijn dood belegde hij eene vergadering van Israëls hoofden, rechters en voornaamsten, wien hij op het hart drukte, ook na zijn dood hun plicht getrouw te blijven. Hij wees hen vooral op het gewicht van de uitroeiing der nog overgebleven Kenaiinietische stammen, daar hun voortbestaan voor Israël zeer nadeelige gevolgen zou hebben. Daarna riep hij hen te Sechern nogmaals te zamen en herinnerde hen in korte trekken aan de talrijke weldaden, door God Israël bewezen Hij besloot deze treffende redevoering met eene ernstige vermaning, om alle sporen des heidendoms uit het land te verdelgen. Als blijvende herinnering aan de belofte des volks, om »God steeds te dienen en naar Zijn woord te luisteren,” richtte Josua in de nabijheid des tabernakels een gedenksteen op. Kort daarna overleed Israëls trouwe herder op no-jarigen leeftijd en werd in zijn erfgoed te Timnath-Sërach begraven.

HOOFDSTUK XLI.

Kenaiin of Palestina {Peléseth) ligt in vóór-Azii aan de kust der Middellandsche Zee. Het werd begrensd ten noorden door Syrië en Phoenicië, ten oosten (het transjordaansche gebied of Gil ad niet medegerekend) door de Jordaan, ten zuiden door steenachtig Arabië en Edom en ten westen door de Middellandsche Zee. Zijne oppervlakte bedraagt ongeveer 500 vierk. geogr. mijlen.

Eivieren. Het land is over het algemeen arm aan rivieren. De hoofdrivier, die Kenaiin in tweeën verdeelt, in eene oostelijke helft, het land der stammen Ruben, Gad en lialf-Menassé en in eene westelijke, waar de overige stammen woonden heet de Jordaan. Zij ontspringt op den Anti-