tegen Ai op, terwijl hij een ander gedeelte in eene hinderlaag plaatste ten westen der stad. Dicht bij Ai genaderd, keerde hij, volgens afspraak, met de zijnen plotseling om, alsof hij den aanval vreesde. De bewoners, nog overmoedig door de eerste overwinning en buitendien misleid door Josua's geveinsde vrees, zetten den vijand achterna en lieten zoodoende hunne stad onbewaakt achter. Tijdens hun afwezigheid trokken de mannen uit de hinderlaag Ai binnen, staken het in brand en joegen de manschappen na. Josua, door de opstijgende rookwolken overtuigd, dat Ai reeds ingenomen was, liet zijn leger plotseling omkeeren, waarop de burgers van Ai, geheel ingesloten, tot den laatsten man gedood werden.
HOOFDSTUK XXXIX.
De Gibonieten. — Josua’s verdere krijgsverrichtingen.Terwijl zich de meeste Kenaanietische stammen op het bericht dier overwinningen tot een gemeenschappelijken oorlog tegen Israël uitrustten, wilden de bewoners van Gibon en eenige andere steden, niet ver van Gilgal verwijderd, aan dien hopeloozen strijd geen deel nemen, maar door de volgende list hun leven redden. Zij vaardigden naar Josua gezanten af, die moesten voorgeven, dat zij van een ver land kwamen, om met Israël een verbond van vriendschap te sluiten. Daartoe voorzagen zij hen van versleten kleeren, verscheurd schoeisel, van waterzakken, die door de langdurige droogte gebarsten waren en van beschimmeld brood. Zoo verschenen zij voor Josua, wien zij mededeelden, dat zij op het bericht van Israèls voortdurend geluk en wonderbare overwinningen van verre streken gekomen waren, om met dit door God gezegend volk een verbond van vrede en vriendschap te sluiten. »Onze kleeren en schoenen, zoo gingen zij voort, waren nog niet versleten, de waterzakken nieuw en het brood versch, toen wij van huis gingen, maar op den langen tocht is dit alles versleten en vernield.” Hun list gelukte: het aangevraagde verbond werd door Josua in vereeniging met de oudsten des volks, in overijling en zonder God vooraf te raadplegen, gesloten. Josua zwoer hen niet te zullen dooden. Maar reeds na drie dagreizen bereikte het Israëlietische leger hunne steden, waardoor het bedrog aan het licht kwam. Josua mocht echter zijn eed niet verbreken en moest dus de Gibonieten in het leven laten. F.venwel bleven zij een