overwinningen en van Jericho's val. Juist daarom smeekte zij de verspieders, bij de inneming dier stad, haar en hare familie uit dankbaarheid voor de hun verschafte redding, in het leven te laten. De verspieders bezwoeren haar dit, mits zij het roode snoer, waarmede zij hen langs den muur liet afglijden, tot kenteeken ain het venster harer woning bond en zorgde, dat zich op den dag der verovering hare geheele familie daarbinnen bevond. Nog drie dagen hielden zij zich op Rachabs raad verborgen, totdat de koninklijke dienaren de hoop, om hen op het spoor te komen, opgegeven hadden. Zij keerden toen tot Josua terug, wien zij hunne lotgevallen mededeelden en de noodige inlichtingen gaven omtrent Jericho en de stemming der bewoners.
Eindelijk was het gewichtig oogenblik genaderd, waarop men van Sittim optrok, om den tegenover gelegen oever der Jordaan te bereiken. Evenals bij de Scheljzee toonde God weder voor de oogen van het geheele volk Zijne onbegrensde macht, om het daardoor te bemoedigen en te versterken in zijn vertrouwen op den goeden uitslag der aanstaande krijgsverrichtingen. Op Gods bevel trokken de priesters met de heilige arke vooruit. Zoodra zij hunne voeten in de Jordaan, die toen tot aan hare oevers gestegen was, gezet hadden, werd het water ter rechterzijde in zijn vaart gestuit, terwijl dat ter linkerzijde naar de Zout-zee afliep. Zoo ontstond er eene droge bedding, waarover het geheele Israëlietischc leger ongestoord voorttrok. Het bereikte eindelijk den westelijken Jordaanoever en legerde zich te Gilgal. Aldaar liet Josua op Goddelijk bevel twaalf steenen, die men uit de Jordaan had medegevoerd, tot eene blijvende herinnering aan dien wonderbaren overtocht oprichten. Hetzelfde aantal steenen liet hij ook in de Jordaan opstellen ter plaatse, waar de priesters gestaan hadden. Te Gilgal vierde IsraH het Paaschfeest, dat eenige dagen na den overtocht, die op io Nisan plaats vond, inviel en bereidde ongezuurde brooden van het graan des lands. Daags daarna hield het Manna op. Ook ontvingen te Gilgal allen, die in de woestijn geboren, maar wegens de zwerftochten niet besneden waren, het heilig verbondsteeken.
HOOFDSTUK XXXVIII.
Verovering van Jericho en Ai.Het was nu van het grootste belang, zich van Jericho, de eerste grensvesting aan den westelijken Jordaanoever,