IV
verscheurend treurgezang laten hem, die met het grootsch verleden zijner vooronders en hunne roemrijke beieekenis in de ontwikkelingsgeschiedenis van den menschelijkcn geest onbekend is, geheel koud en gevoelloos. Deze staart op de gedenkzuilen van den waren geest des Jodendoms als op kille steenklompen: gevoelt daarvoor ook niet den minsten eerbied en bewondering. Verlangt men daarom, dat onze zonen en dochteren hun stam eene diep gevoelde en innig gemeende liefde toedragen, laat ons hen dan ook in de gelegenheid stellen, zich bekend te maken met zijne geschiedenis, met de vele en verschillende toestanden en lotgevallen van zijn langdurig bestaan, mei de groote figuren, die hij voortgebracht heeft en met de waarde zijner voornaamste geestesproducten.
Tot dit doel verscheen reeds in ons land voor twee tientallen jaren het Handboek voor de geschiedenis der Joden door D. E. Sluijs en Jacob Hoofien. » Het was meer dan tij dj zoo luidt het in de voorrede van dit werk, >pogingen aan te wenden, ten einde het onderwijs in de geschiedenis van ons dierbaar Jodendom te bevorderenEn werkelijk, met eene meesterlijke hand, in sierlijken en boeienden stijl en met zaakkennis is in dit werk de geschiedenis van ons volk beschreven. Wie zal dan ook ontkennen, dat het inderdaad veel nut gesticht, niet weinig bijgedragen heeft tol een beter begrip en eene meer heldere voorstelling van ons verleden en den weg baande tot eene meer methodische behandeling van een gewichtig leervak der hoogere en lagere godsdienstscholen.
Toen echter voor eenige jaren de eerste uitgave van dit handboek in den handel bijna niet meer verkrijgbaar was en de schrijvers reeds het eeuwige leven ingetreden waren, gevoelde ik mij opgewekt in eene ernstige behoefte te voorzien en otidernam een arbeid, waarvan thans het eerste deel in het licht verschijnt. Het genoemde handboek nu, dat door vele onderwijzers, de studeerende jongelingschap en de meer ontwikkelden, wien de kennis van IsraCls historie veel belang inboezemde, met vreugde begroet werd, stelde echter uit hoofde van zijn vorm, inkleeding en de groote ruimte, daarin ver-