20
Bij eene bron ontmoette hij eenige herders en vroeg hen naar Laban. Zij zeiden, dat het hem wèl ging en wezen hem diens dochter Rachel aan, die juist met de kudde haars vaders aankwam. Hij maakte zich bij haar bekend, rolde geheel alleen een zwaren steen van de opening der bron en was haar behulpzaam in het drenken van het vee. Zij voerde haar neef in het ouderlijk huis, waar hij gastvrij opgenomen werd.
Reeds na korten tijd merkte Laban Jakobs geschiktheid, om bij hem als herder werkzaam te zijn en wilde hem in zijn dienst nemen. Op zijn voorstel, om zelf het loon voor zijn arbeid te bepalen, antwoordde Jakob, dat hij hem zeven jaar wilde dienen, om daarna met zijne jongste dochter Rachel, die hij teeder beminde, in het huwelijk te treden. Al' was die tijd ook lang, de zoete hoop verkortte dien tot enkele dagen. Maar toen hij eindelijk meende, in het bezit zijner beminde te zullen geraken, speelde hem zijn sluwe oom een schandelijken trek. Hij gaf hem in plaats van Rachel zijne oudste dochter Lea tot vrouw onder de verontschuldiging, dat het met het plaatselijk gebruik in strijd was, de jongste vóór de oudste dochter uit te huwen. Rachel werd hem ook gegeven, doch onder beding, dat hij nog zeven jaar in zijn ooms dienst zou blijven. Ook aan dien tijd kwam een einde. I.abati wilde toen zijn trouwen, bekwamen en werkzamen schoonzoon nog niet gaame missen, niet zoo zeer uit liefde als wel uit eigenbelang. Hij stelde dezen daarom voor, bij hem in dienst te blijven, terwijl hij zelf zijn loon kon bepalen. Jakob eischte, dat het bonte en geplekte vee hem zou gegeven worden. Met leede oogen zag Laban, hoe Jakobs veestapel steeds toenam en maakte telkens andere overeenkomsten. Zoo bracht Jakob nog zes jaar bij den hebzuchtigen en bedriegelijken Laban door en verlangde eindelijk van hem ontslagen te worden. Hij haakte nog te meer naar vrijheid en onafhankelijkheid, omdat hij inmiddels zelf reeds vader van een talrijk gezin geworden was. Zijne twee vrouwen en Bil ha en Zilpa, die hem door Laban eveneens ten huwelijk gegeven waren, hadden hem reeds twaalf kinderen, elf zonen en ééne dochter geschonken. Lea was de moeder van Ruben, Sinion, Levie,Juda, Jssachar, Zébulon en eene dochter Dina. Bilha baarde Dan en Naphtali. Zilpa, Qad en Aser en Rachel, Jozef. Toen Jakob eindelijk de lasterlijke geruchten vernam, door Labans zonen alom verbreid, als zou hij zich ten koste van hun vaders vermogen verrijkt hebben, besloot hij tot een onverwijld vertrek. Ook de Godheid gebood hem in een droomgezicht weder naar het land zijner vaderen terug te keeren. Hij deelde Rachel en Lea zijn plan mede. Deze stemden daarin gaarne toe en, tijdens Labans afwezigheid, vertrok hij