46 „DE HONDERDSTE”.
in 5 zéér, zeer fraaie prachtbanden, vroeger f 15, thans koopje f 6.90 èn dr. Laurillard, Van Lennep, Marlitt, Multatuli, Oude heer Smits, Oltmans, Pon-son du Tèrrail, Catharina van Rees, Rinaldo Rinal-dini overste der roovers, Frits Reuter, Schimmel, Walter Scott, Julius Stinde, den Wandelende Jood van Sue, Droomen en Werkelijkheid van Louise Stratenus (alsof die ooit dróómde), De kermis der ijdelheid van Thackeray, Van Vloten, Vosmaer, Lucie of het goede en het kwade voorbeeld, een boek voor meisjes die in haar opvoeding belang stellen, Johannes de Liefde (boekjes voor de jeugd), Münchhausen, Robinson Crusoë, Bilderdijk, Jan van Beers, Cats, Hofdijk, Ten Kate, Schaepman, Richard Hol, Caféchantant-album (Rietsjie, Poetsjie, Tietsjie, Tatsjie, Rom, Bom, Bom, — ik heb den aap in de kous. — O, gij Rhinoceros. — De flesch. — De brandweer van Weesperdam. — O, gij, Veronika. — Jan Sul van Lindelaakt. Comische scène. — Hendrik, hoe gruwt gij mij! — De echo. — Verdreven van huis. — Reislied. — Drinklied. — Mijne zus Prudence. — Liberté Libertas! Comische scène. — Ik houd dol veel van vrouwen. — De schildwacht. — Het kriebelt, het krabbelt. — Ik ben de eenige zoon. — Bierlied. — Kleermakersrevolutie, enz., enz.) —, Carlyle, Stanley en Emin Pacha, Jhr. De Stuers en Prof. Veth, Darwin.... neemt dan nog den Bijbel, den Statenbijbel, gebonden in lederen band met rugtitel, voorzien van koperen hoeken en krammen (slechts f 18) — en als ge dan, lieve vriendin, buiten komt, bidt dan dat gij, evenmin als uw onderdanige dienaar groeien zult tot het vijf-en-twintig honderd en zóóveelst nummer van den harden onverbidlijken catalogus dezer nijvere kooplieden-in-lite-litera-litera-tuur.