34 EMILIE CULP.
oogenblik kon sterven. Ons, die haar nog pas gesproken hadden, trof dit zeer diep. En om dié reden vroegen wij bloemen, bloemen voor het sterfbed eener vergeten chanteuse.
Dit laatste konden wij in ons feuilleton niet vermelden, omdat de mogelijkheid bestond dat zij het zou lezen. Vandaag is daarvoor geen vrees meer. Heel vroeg in den morgen is de jonge vrouw overleden, liggend te midden der vele stapels bloemen, die vriendelijke lieden haar uit alle plaatsen des lands gezonden hadden. Ze heeft er gelegen, onbeweeglijk met het onherkenbaar verouwelijkt gelaat, met het gelaat eener oude vrouw die veel smarten doorleefd heeft, met het gele oude gelaat gericht naar de corbeilles, bloemtuilen, takken, bouquetten. Er was een overdaad van bloemen ingekomen, bloemen met meer hart, meer sympathie gegeven dan ooit op vertooningen van benificianten in een propvolle zaal. Er waren groote, kostbare stukken èn heel bescheiden kleine tuiltjes. Er kwam een groote mand met losse bloemen en een eenvoudig groen takje gepakt in bruin papier. De heele week, dag aan dag, werden nieuwe, frissche, andere bloemen bezorgd, wat telkens vreugde gaf op de zaal waar de zieke oude vrouwtjes zich verwonderden, waar de stervende, die zelf tot het laatste oogenblik niet geweten heeft zóó ver te zijn, doodzwak glimlachte en opfleurde als ze namen las van vrouwen die haar die attenties bewezen.
Zoo is Emilie Culp gestorven, betrekkelijk gelukkig. Haar laatst denken moet bij die vreugde van bloemen èn bloemen èn bloemen geweest zijn.
Ook nog hedenmorgen na haar dood kwamen bloemen.
Zondag 23 Januari.
Het is een aandoenlijke begrafenis geweest.