DE PANG. 21
Komiekig-stil, als ’n rookwolkje uit bedaarde lippentuit, tipte de kurk van de flesch, zonder geweld, zonder slag.
Uit den hals kwam zelfs geen timiede schuimspetje. „Goddank — geen pang!” zei oom Bennie.
Het schrale vocht klukte in de waterglazen.