Schetsen en vertellingen

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Schetsen en vertellingen

Jaar
1974

Pagina's
249



klankengeroffel dat best aangaf haar sentiment van ’t oogenblik. In die opzichten, mijne vrienden, was tante Mijntje, zoo zuiver en zoo goed sensitiviste als de grootste, doodste sensitivisten onzer dagen. Had Toto het stukje suiker vergruizeld, dan was de beurt aan Titi, die minder mooi öpzat.

Weer sprak tante Mijntje, liefderijk toeterend ‘Shoo... Shoo... Nou jij? ... Shal jij nou is mooi shittèèè... Nee shoo niet... Shoo... Shoo... En ’n pootje... Nee dasch ’t verkeerde pootjèèè... Mag jij je linkerpootje geve... Shoo ’t rechter... Nou ben je ook 'n shoete hond... héél shoet..héél shoet... Shoo... Open je bekkie... me lekkere babbemerabbedie... me vette toetemeremijn-tje... gotogot watte dikshak... watte lekkere dikshakke— Hebbe jullie ’t goe-oe-oe-d bij vrouwtjèèè?... Hebben jullie ’t goe-oe-oe-d, nou sheg nou is wat.. .!’

Raf-raf-raf-raf! Raf-raf!

W ef-wef-wef-wef!

Dat was ongeveer het begin van eiken avond. Zij dronk thee, las haar krantje, sprak met de honden. Als r buiten iets ritselde, sprak ze harder, nazaler... Tak she... Kisch-kisch-kisch... Pak she... Pak she' - bromden de dikke, logge slaapzieke pucken.

Eens in de week was er visite. Om zeven uur, Donderdags, kwamen Marie en haar zoontje Bennie thee drinken, moesten Toto en Titi samen in één leunstoel, was de rustige kamertjesgezelligheid van klokkegetik, puckengesnurk en bescheidenlijk herdersleven op 't komfoortje ruwlijk verbroken. Marie was 'n zusterskind, eenige erfgename van tante Mijntje, die buiten haar pensioentje 'n twaalfhonderd gulden minstens op de spaarbank had. Bennie was 'n kwajongen. Ja in werkelijkheid, n kwajongen, die de pucken an dr staart trok en eens in de gang 'n voetzoeker had af gestoken. Als nichie Marie met Bennie thee dronken tukte tante Mijntje niet, tukten Toto en Titi onrustig. Maar de klontjes werden met dezelfde liefderijkheid gegeven, met dezelfde innige extatische toespraken. 'Shoo, shoo!... Hoe spreekt-ie? ... Hoe spreekt 't hondje? ... Goed shoo... Goed shoo me schattemebabbie... me waffedebaassie...’ En dan nicht Marie lief-belangstellend eiken keer: Watte snoet van è hond toch!

- 'O shoon lékker dier, niewaar me toetemerijntje.’ -

'Je zou zoo zwere/ meende Marie: ‘Je zou waarachtig zwere, dat ze

18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.