DAKWAARTS. 33
kelijk kon monteeren en waarvan de gebruiksaanwijzing glashelder scheen. Mevrouw zat in Piet's studeerstoel verbaasd te knikkelen, Amélie hielp de machine saamschroeven.
Langs je rug liep een stang als van 'n fiets, die ’n aluminium-geraamte droeg. Benee waren gewone pedalen. Betrapte je die, dan bracht ’n ketting ’n twaalf raderen in beweging en bewogen twaalf zijden vlerken.
Boven het hoofdeind der stang was een parachute voor te sterken zonschijn en regen, mede om daling te temperen. Dan door een voortreffelijk mechanisme van aluminiumlatten, kon je vóór in het geraamte door een kleine wijzerbeweging de zijden vleugels in verschillende standen brengen om tegen den wind in te la veer en.
Er was een zelf-werkende olie-toevoer voor de raderen (onzichtbaar), en aangezien de toestel bij goede weersgesteldheid een hefvermogen van één honderdvijftig kilo had, een waarlijk voortreffelijk gewicht, bleef er mogelijkheid voor niet overladen-logvette vliegers om aan een haak (A) ballast op te hangen, ten einde het evenwicht absoluut stabiel te maken. Overigens was er, gelijk nauwlijks vermeld behoeft te worden, een mand voor parapluies en wandelstokken (B) en bezaten de zware pedalen (onzichtbaar) een holle ruimte, gelijk in moderne
Gevleugelde Daden. 3