Kleine vertelsels

6o    MOOS KOMT

„Eerste klas is voor de mense die mezomme ^x) hebbe . . . Daar hè-je de derde.”

De deur gromde toe, afsnijdend de verlatenheid van het perron.

Dicht naast elkander zaten ze op de bank, tante tusschen Reggie en Essie. Dan ging het gesprek weer in kurkig gedrens.

„Waar die lozeere mot,⁵⁵ peinsde Reggie met nadenkend gespits van den mond.

„Ja waar die lozeere mot,⁵⁵ zei Essie, schaapachtig kijkend naar den grond, zacht ⁵t magere hoofd knikkend.

„Laat-ie bij mijn lozeere, zeg ik nog is —,⁵⁵ meende Reggie: „ik heb plaas . . *⁵⁵

„Ach nee! Ach nee!” — kregelschudde tante ⁵t hoofd: „as die bij jou lozeert kijk ⁵k ⁵m geen oog an.⁵⁵

„Maar je hè-toch geen plaas.⁵⁵

„Zal ik plaas make . . ,⁵⁵

„Bij Maupie is plaats . . ,⁵⁵

„Bij Maupie? Bij Maupie?? . . . Kè-die slape in ⁵n bedstee? . . .⁵⁵

„Og,⁵⁵ beweerde Essie: „wat make jullie je de sappel. Wach eerst of-die kómp met de trein. . .⁵⁵

Dat gaf een schrik. Tante draaide nerveus het hoofd af.

„Of-ie komp? Of-ie komp? Zéker kompt-ie.⁵⁵

„Dat zeg ik ook. Anders zou d⁵r geen teèlegram gekom-me zijn.⁵⁵

„En as d⁵r ⁵n teèlegram komp. .. ken die nog de trein gemist hebbe.⁵⁵

„Wat zdnik jij, Essie! . .

„Zou die in ⁵n hotel gaan⁵⁵, zei tante diftig, rechtduwend den bandeau: „.. . as die bij z⁵n moeder lozeere kan.. . Ik ben toch de móéder.. .⁵⁵

i) Geld.