40 CAUSERIE
(Rafael maakt een beweging als wil hij in huis gaan.) Rafaël, om Gods wil laat mij niet alleen!
Rafael:
Waar is zij, vader? Zij was bang hier te blijven; maar ik zeide haar, dat zij mijn vrouw was, en dat je je zoon lief heb — en dat dit genoeg moest zijn om haar gerust te stellen. Ik moest met Hanakoff mede. Ik heb enorm succes gehad, hoor je? Tob dus niet en beef zoo niet. Ik moet Rosa vinden. Waar is zij? Rosa! Ik moetje iets vertellen.
Sachel:
Neen, neen, spreek niet zoo hard!
Rafael:
Ja, maar zij hoort mij niet! Is zij dan niet binnen? Rosa! Wat heb je tot haar gezegd? Waar is zij? Zij is er niet! Waar is zij dan ?
Sachel:
Vraag mij niets! Vraag mij niets!
Rafael:
Waar is zij?
Sachel:
Ik kon haar niet tegenhouden!
Rafael:
Waarvan? Waar is zij?
Sachel:
’k Weet het niet! ’k Weet het niet! Zij ging weg.
Rafael:
Waarheen — en waarom?
Sachel:
Je moet niet boos op mij zijn. Ik kon het niet helpen. Aaron — Aaron — hij kocht den postbode om! Zoo waar God leeft, ik deed het niet!