34 CAUSERIE
Aaron:
Meesterlijk! Meesterlijk! Hier is zij! Welk een uitmuntend afslager zou hij zijn!
Rafael:
Welk een afslager zou ik zijn! Ah! (Hij gaat op de trappen der Synagoge staan.) Mijn vader beveelt mij mijn ziel te verkoopen! Zal ik haar goedkoop verkoopen, mijn ziel en mijn hartebloed? Zal het toegeslagen worden aan de eerste de beste, die dorst heeft en er om vraagt ? Ik, voor wien de stank der geldzucht de adem van morgen en avond is. Ik, die een man zijn ziel heb zien verkoopen op de weegschaal.
Sachel:
Wat wilt gij hiermede toch zeggen?
Rafael:
Moet ik geslacht worden voor twee kersroode lippen en een banknoot! Zie mijn purper hartebloed vloeien! Zie — zie — zie! En gij zoudt willen, dat ik het voor tien duizend zilverstukken verkocht! En ik zeg u neen! neen! neen!
Aaron:
Hij zou nog meer willen hebben! O! Ik geef het niet, hoor je ? Het is een beleediging meer te vragen — een beleediging voor mijn dochter!
Rebecca:
Toe, vader, ga mee!
Esther:
Sachel, kom nu mee naar huis!
Sachel:
Laat mij! Wat wil hij toch? Wat bedoelt hij toch?
Aaron:
Ha! Ha! hij wil nog meer hebben!