CAUSERIE 33
Rebecca:
Ik wil niet drinken, vader; ik wil liever naar binnen gaan, vader!
Aaron:
Wel, waar ben je bang voor? Spreek op, jongen!
Sachel:
Ja, spreek op, zeg wat je op het hart heb! Zij moeten niet denken, dat zij dit huwelijk kunnen dwarsboomen! Laten ze oppassen!
Aaron (verrast):
Wat betekent dit alles!
Rafael:
Het doelt op mijn ziel — mijn ziel die eindelijk haar ketenen verbreekt — mijn ziel, die uit het hart van een man spreekt! (Een voorbijganger blijft op den achtergrond staan luisteren.) Mijn ziel die in de wildernis woont — een grommende, schreeuwende, bulderende, liegende, zweetende wildernis van handel in de dingen dezer aarde — mijn ziel in de wildernis roepende tevergeefs, tevergeefs om de liefde van een andere ziel gelijk de mijne. Is het niet zoo, Rebecca ?
Aaron:
Luister! Luister!
Rebecca:
Laat mij gaan, vader!
Rafael:
Laat mij gaan, vader, laat mij gaan! Ik wil niet op het altaar geslacht worden, vader! Het mes steekt in mijn vleesch! O God, roept mijn ziel dan tevergeefs? Waar — waar is de engel, die mijns vaders hand tegenhoudt. (Er verzamelt zich langzamerhand een menigte menschen.)