CAUSERIE 17
manier te marchandeeren,” en hield mij voor het laatst aan mijn eisch van 500 pond. Helaas! De oude fabel „Adieu veau, vache, cochon, couvée,” inplaats van een cheque kwam een telegram: „Uw aanwezigheid is hier dadelijk noodzakelijk, sein wanneer gij arriveert.” Wij vermoedden nog niets kwaads. Als ze ons zoo verbazend noodig hadden, wel, dan zouden wij gaan en zelf de 500 pond voor het villaatje incasseeren. „Mogelijk krijg je mondeling 100 pond meer,” zeide mijn vrouw. We reisden af, arriveerden in London, en het éérste nieuws dat we hoorden, was, dat de bewerker Fernald hooge ruzie met de directie had over veranderingen, die de directeuren, de regisseur, de acteurs en de tooneelmeesters, in zijn eminente bewerking hadden aangebracht. De quaestie was aangekomen over . . . het al of niet sterven van Rosa: de een was er voor, de ander er tegen, en omdat de heer Fernald zijn zin niet kreeg, was hij van de repetities weggeloopen, had in de kranten een bericht geplaatst, dat hij de verantwoordelijkheid van Ghetto niet meer op zich nam, de goeie man, en had per deurwaardersexploit den directeuren het recht ontzegd om zijn bewerking, waarvan ik strakjes proef zal geven, te doen opvoeren. Op hun beurt waren toen de directeuren naar een advocaat geloopen die hun vertelde, dat ze rustig konden voortgaan, omdat, aangezien Holland niet bij de Berner Conventie is aangesloten, iedereen die er lust toe had Ghetto zonder toestemming van wien ook, kon vertoonen. Nu behoef ik niet uiteen te zetten, hoe na die herrie met den bewerker, en na het logisch advies van den advocaat, er evenmin sprake was van een villaatje als van mijn toestemming dat, toen ik mij later bij mijn zes zakelijke vrienden beklaagde dat hun raad niet van de allerbeste was, geen hunner zich kon herinneren „zoo iets dwaas” geadviseerd te hebben, daar toch ieder „verstandig” mensch liever een half ei