vertaald. ‘Kleine Lause, kleine Lause,’ schreeuwde ik tegen de vrienden van mijn vader, ‘vieze kleine luizen, dat zijn jullie.’ Meer kon ik niet zeggen - met een vaste greep werd ik buiten de deur gezet. En niemand kon Mischa uit de gevangenis halen. Er zou een tijdlang niets komen, dat ook maar een beetje plezierig kon zijn - alles zou heel gewoon doorgaan, en Mischa zou achter de tralies niet meer tegen de zon kunnen lachen: ‘Serr scheene Sonne.’
58