waarom krijg jc zoo'n naren brief, waarom neem je zooveel producten van die Duitsche Chemicaliënfabrieken. Waarom moet je nu zoo door en door ongelukkig zijn ....
De nieuwe voorjaarsmodes, die elk jaar onverbiddelijk terugkomen — hoe kan zoo'n etaleur het telkens weer overdoen — zoo'n wassen schepsel aankleeden, met overdreven sierlijke bewegingen, met nu en dan een blik op het wintersch gekleede, critisch toekijkende publiek. Hoe reiken ze ooit hun luchtigen, op Italië-zon berekenden voorraad kwijt! Hoe zou de mevrouw van één hoog er in dat avondtoilet met rugdécolleté uitzien of in die blazer met matrozen-reminiscenties en ankerknoopen? Niet aan één hoog meer denken. Er was een tijd, lang, lang geleden, een dag of 2, 3, dat jezelf vol belangstelling afvroeg, hoe jou de décolleté-japon en de matrozenblazer zouden staan. Er was een tijd, lang, lang geleden, een dag of 2, 3, dat je voor elke voorjaarsmode-etalage, die je tegenkwam, tamelijk lang bleef staan — er was zelfs een tijd, dat je al een stuk of 6 stroohoeden op zicht had en je er den lichtsten, vroolijksten en zomerachtigsten van behield — lang, lang geleden, een dag of 2, 3 .... Alles was goed, — je groette de mevrouwen van 1 en 2 hoog,