liefde haar al gemaakt, de prins uit het sprookje. En met een klein woordenboek, dat ik als een reliquie bewaar, zei ik ze Spaansche woorden voor, die zoo oud als de wereld zijn en zoo gloeiend en kostelijk als het leven zelf. En hoe vlug leerden ze — de mooie prins en het leelijke bezembinders-kind! „Lieveling, jij — mi querida. Mijn haxtelief — alma mia ...."
Nu ben ik heelemaal van de helden afgekomen — en waar heb ik het eigenlijk nóg over gehad? — Een verwaarloosd klein kind, een half simpele oude vrouw en een leelijke stewardess, waar toevallig een knappe jongen verliefd op werd....