haar kindje heelemaal zonder bescherming te laten, wanneer ze het te druk met haar minnaars had, om zich met het kleintje te bemoeien, Zonder gouvernante of kindermeisje, zonder vader, ja, bijna zelfs zonder moeder zat dat kind als een bloeiend wonder op den grond van het vuile tusschendek — een wonder, waar niemand naar omkeek. Alleen die kleine stewardes nam het soms in haar armen en weer vloeiden haar tranen. Het waren de eerste tranen en liefkoozingen, die het kindje een beetje verbaasd en onwennig in ontvangst nam,
De oude, half dwaze Moeder Clien, schudde haar hoofd over zooveel teerhartigheid. Tot op heden weet ik nog niet precies, welke eenigszins vage dienstbetrekking zij in het tusschendek van dat schip te bezorgen had. Maar ze droeg een geweldig bont ruitjesschort en maakte overdreven schijnbewegingen met bezems en emmers water. Haar grootste belangstelling gold eten, in 't bijzonder gedroogde pruimen. En haar grootste afkeer gold de ietwat aan haar zorg toevertrouwde tusschendekkers (door haar zonder onderscheid Portugiezen genoemd). Eens moet een dezer Portugiezen uit de grap haar bord gedroogde pruimedanten leeggegeten hebben.