Vingeroefeningen

en de 500 bladzijden zullen uit zijn mond rollen, wanneer ik het zoo zeggen mag. Over zwijgzaamheid kon ik mij niet beklagen, in de 2e klasse op zoek naar helden. En wanneer het mij daarom te doen geweest was, had ik zoowaar een aardig, onderhoudend boek van ongeveer 275 bladzijden uit de monden mijner medepassagiers kunnen optee-kenen: „Voor de lange winteravonden — humor en luim, 100 van de nieuwste moppen, benevens eenige onderhoudende gezelschapsspelen," Maar helden? Vertellen helden eigenlijk moppen? en laten ze elk hun heele hebben en houden zien? Reiskoffertjes met dassen, city bags met zijden kousen en de binnenkant van hun hoeden, die ten eenenmale de chic missen, die het me in de extra-superfilms via den woeligen roman zoo heeft aangedaan, — bewaar me, door omgekrulde randen en vetvlekken waren de hoofddeksels der joviale moppenvertellers ontsierd, en den prijs weet ik zelfs, die vertelden ze mekaar ook — zoo-iets van 4,85, En ik zou desnoods nog aan joviale mededeelzame helden geloofd hebben, een soort van excentriek-burlesk-helden, wanneer ze elkaar ten slotte niet de portretten van hun wederzijdsche vrouwen en kinderen hadden laten zien. Helden bezitten