moeder, schoonzusje en verloofde, die er wel even weinig van begrepen als ik. Doch de eer van den huize van Kuyl & Co. was gered. „Moeilijk, hè vader", zei ik. „Daar doet Jopie's Pa nou in." Toch wilde ik mijn vader volstrekt niet voor den gek houden, vooral nu hij het ditmaal eens voor me had opgenomen, Vol bewondering keek ik naar hem — zulk een trotsch sterk man, zooals hij daar zat en at en dat pedante domme gekakel rustig over zich heen liet gaan. Natuurlijk had ik altijd graag gewild, dat hij me wel mocht en ik begreep volkomen mijn moeders antwoord: „Och spreek toch zoo'n onzin niet,” wanneer ik haar in vertwijfelde buien voorstelde vader in den steek te laten, omdat hij het volgens mij niet prettig bij ons vond, liever bij z'n bittervrienden zat en eigenlijk een hekel had aan ons gezelschap. (Er bestond blijkbaar een groot verschil tusschen een „stillen dronk", waarvan Jopie’s vader verdacht werd en een nette solide bittertafel.)
Toch had ik, als 't er op aankwam, nooit een vader als die van Jopie Kuyl willen hebben, zoo gezellig en gemakkelijk hij ook was. En dien inval van den phrenoloog had ik bedacht om Hannes te intimideeren, Maar Hannes was niet te intimideeren, daar had hij