van zijn physieke constitutie van „den ouden Adam" tegen het dit physiek ergerend proces van „vergeestelijking”. Hoe dit ook zij, mijn vader en ik hadden elkaar direct aangekeken bij dit stellig niet-vergeestelijkt geluid. Ik voor mij gaf er niet zooveel om, als aardige eenvoudige menschen aan het smak-euvel leden, doch mijn vader vond het althans voor maatschappelijk-gearriveerden bijna met een misdaad gelijk staan. Overigens had ik het woord phrenoloog dien middag bij den natuurkunde-leeraar opgepikt, die buiten zijn programma was gegaan bij de beschouwing van den menschelijken schedel (de verwonderlijkste schaal ter wereld, had hij duister gezegd). Soms onthield ik de raarste woorden, terwijl het gewone lesrooster dat voor me bleef, wat de naam oorspronkelijk aanduidt: een rooster waar alles doorheen valt.
Onverstoorbaar smakkende gaf Hannes een cursus in de phrenologie, met moeilijke woorden als dolichocephalen en brachycephalen (ter verduidelijking wees hij op zijn eigen al te langgerekt hoofd en den breeden — steeds somberder wordenden — schedel van mijn vader), ondertusschen smachtend en bewonderend aangestaard door zijn a.s. schoon