ziimig-onduidelijk weet de mondaine romancier over de zielen van zijn sujetten te causeren. Door deze uitzonderlijke, opmerkelijke zielen kan hij zijn helden en vooral heldinnen ook tot de vreemdste dingen brengen, dingen die u en ik nooit zouden doen, geloof ik. Tegen de avond kunnen zulke helden iets over zich krijgen, dat hen dwingt zich in een goor individu te veranderen met een smerig colbertje en een gerafelde broek in plaats van de smetteloze smoking die ze anders dragen. En de hele nacht zwerft zo’n psychoanalytisch geval door spelonken en dievenkroegen van het ergste allooi, en voor hij het zelf weet heeft hij al iemand om zeep gebracht ook - zo maar, zonder enige reden eigenlijk, door de ziel, begrijpt u. En de honingblonde heldinnen beleven een verrukkelijke liefdesnacht met een uitverkorene waar ze al weken op gewacht hebben. Alles is rozegeur en maneschijn, en de gelukkige minnaar wil z’n dame ’s morgens een kopje thee op haar bed brengen - weg is ze. Haar ziel wilde het zo ... Wanneer ik bedenk, dat de in zwang zijnde cock-tail-causeur maar een café of trein hoeft binnen te stappen om met zulke aparte gespleten naturen in aanraking te komen, kan ik jaloers worden.
Natuurlijk heb ik ook in cafés en bars uitgekeken. Doch daar waren alleen u en ik aanwezig - u en ik met onze kleintjes koffie en onze verveling in de eerste der beide genoemde gelegenheden - de fatsoenlijke natuurlijk. En de kennissen van u en mij met hun slippertjes en dure slechte consumpties trachtten in een klatergoud omge-vinkje hun verveling te verdrijven door zich te verbeelden
71