die brief wel voor me schrijven. Hoewel Jolanthe het ten sterkste ontried en ook haar schimachtige moeder er hevig met haar zeepsophanden tegen gebaarde. Maar Jolanthes pa vond het lollig en dit keer had ik het nodig. Jolanthe had goed praten - die was van de zes maanden drie maanden ziek met hoesten en koorts en mooie schitterende ogen, waarvan de wimpers zo ver uit elkaar stonden, heel lang waren en naar boven omkrulden. Mij mankeerde helaas nooit iets en het simuleren vermoeide zo bij herhaling. Daarbij werd om vier uur de middag rood na eerst grijs te zijn geweest en Sinterklaas was op komst. Men mocht er niet meer aan geloven met dertien jaar. God, wanneer men bedacht, dat Jolanthe met veertien al telkens bijna verloofd was! Maar toch was er iets liefs gaande in de winterkou en men wilde er deel aan hebben. Coûte que coûte, hadden we in de Franse les gehad - carpe diem, werd ons in het Latijn aanbevolen.
De brief, die Jolanthes pa dus met onzekere hand voor me schreef, luidde als volgt: Hooggeachte Rector, Aangezien mijn dochtertje Mary zich sinds enige tijd onprettig en hangerig voelt, acht de dokter het beter, dat zij eens voor twee weken enige rust neemt... Volgden beleefde groeten en weer hoogachting met de naam van mijn eigen pa. Ik constateerde met voldoening, dat het een lopende hand was, alleen wat bibberiger dan die van mijn vader. En de brief berustte op de zuiverste waarheid, afgezien van de valse handtekening, die nu eenmaal nodig was om de rector te overtuigen.
Het dochtertje Mary voelde zich werkelijk sinds enige
24