lekker de gaskraan open, dan schrikken ze zich een ongeluk en jij bent van alles af.’
Maar het gas van Zandvoort schijnt van een onschuldiger samenstelling te zijn dan de gassen van Amsterdam, Berlijn of New York. Of het kan ook zijn, dat de dood een massabestelling met spoed had en zich voor het ogenblik niet al te veel met het geval Davis kon bezighouden. De heer Davis stierf niet. Wel beleefde hij een tijd van triomf en afzondering in de behoedzame handen en blanke zalen, die de goede Broeders de Deo steeds ter beschikking hebben voor de armen, zieken en ellendigen. Hij kwam langzaam tot het leven, zijn vijand, terug, de heer Davis, zwaar beledigd en mokkend, doch reeds puzzels fabricerend - moeilijke puzzels, die ik niet ontraadselen kon: zuiver gesneden plankjes uit sigarenkistjes met geheimzinnige cijfers erop, die door mensen die het weten kunnen knap worden gevonden. En een radio heeft hij gemaakt ter opvrolijking en opluistering van de barmhartige stichting en een houten kruis, dat in- en uit elkaar kan en bijna een wonder te noemen is. Zulke dingen kan de heer Davis maken, en niemand wil ze bewonderen behalve de goede Broeders in God. Maar die hebben geen aardse middelen om huisuitzettingen, deurwaardersexploten en andere maatschappelijke ondergangen te verhoeden. Hun zegenende handen en vurigste gebeden kunnen in deze wereld niet op tegen gezegelde documenten, die in naam der wet aangeboden worden.
De heer Davis is nu ‘genezen’ - hij heeft het schoonste in zijn leven gehad - een bed met blanke lakens, begrij
15