God, noch duivel aan. Wat zei hij ook weer, deze onge-luksmens? ‘Jeden Tag frisch erleben’ - dat zei hij in een ogenblik van vergeten, toen het been goed onder de tafel verborgen was. En Piet hoorde ik de wereld en alles erin vervloeken, omdat hij niet eens dat zondagse pak had om in ‘uitgetekend’ te worden. En alles zou misschien goed geweest zijn, wanneer twee gezonde benen van de een in de manchester broek van de ander hadden gestoken. Alles staat in verband met elkaar onder de zon en de sterren van deze wereld-alles ...
En er komt de dag, dat ik Waldemar Schmitt vijf gulden zal aanbieden, om te vertrekken zo gauw als het kan -het bedrag, dat de Stadsbank van Lening voor ‘het zilver’ heeft gegeven - en ik zal ertoe moeten besluiten die antieke Japanse waaier te verkopen, die uit goud en lucht en water is gemaakt, het heelal met wat blauwe bloemen en wuivende grashalmen - zo draait alles in een kring rond.
107