Ja, waarom juist MittelstraBe 5, met verveloze deuren en ontredderde, uitgelopen trappen, waarboven nog niet eens het traditionele venster met ’Glasmalerei’ was gemaakt? Een woning zonder Trompetter van Sackingen in het trappenhuis is wel heel armoedig in ’n Duitse stad. Waarom dus MittelstraBe 5, met knoflook- en uienlucht en gillende ruzies, met overal in de hoeken lege flessen van het donkere zoete bier en een rillerig citergejengel in de woonkeukens?
Men kon er niemand ontvangen, dat stond vast. Ten minste niemand die er prijs op stelde in aangeklede Queen Ann-kamers met gele lampeka/ppen en een net mosgroen karpetje te vertoeven. Misschien was de reden om die zonderlinge verblijfplaats te kiezen deze geweest: de nachtmerrie willen ontgaan va,n de klaaglijke schijnluxe - moquette stoelen, geperst imitatie behang en donkerrode overgordijnen - waarmede kleinburgerlijke huisgezinnen of alleenstaande weduwen pronken. Die zogenaamde keurige milieus met de obligatorische vet-ogen-soepen en klassieke bessensappuddinkjes dreigden zo afschrikwekkend door de te verwachten naargeestige eentonigheid, dat de losse sans-gêne van MittelstraBe 5 de voorkeur verdiende .
Frau Irma Posanzky, wat werkte je met mosterd en cayen-ne, met paprika en knoflook! Maar het waren elke avond opnieuw verrassingen, de fantastische gerechten die je vindingrijk brein componeerde. De troostrijke gedachte: ’in een restaurant weet men ook niet steeds wat men krijgt,’ deed me de wild smakende spijzen savoureren, die je gele, magere vingertjes bij elkaar hadden geknutseld. En ik nam het je volstrekt niet verder kwalijk, Frau Irma Posanzky, dat je m’n beste pyjama aanhad, toen je me eens midden in de nacht geneeskundige hulp moest bren-