richtte deze zich op in zijn bed en zeide:
— Verlaat mij niet. Blijf nog wat bij mij, want uw aanwezigheid is het, die mij doet genezen. Want nu begrijp ik de woorden van den heiligen Maggied, die tot mij heeft gezegd, dat de kun-digste arts door den engel Raphaël wordt begeleid. Ook ik kan dus zonder geneesmiddelen herstellen. In die dagen begreep ik zijn woorden niet, doch thans erken ik, dat hij waarheid heeft gesproken.
De lijfarts des konings was eveneens een Jood. Hij vroeg den zieke, hem mede te deelen, van welken Rabbi hij sprak.
Toen vertelde de zieke hem, hetgeen hem was wedervaren bij zijn bezoek aan den heiligen Maggied van Mizricz, Rabbi Douw-Beer.
Ook de arts erkende toen, dat de man, die zulke woorden had geuit, een heilige moest zijn.
Later reisde de lijfarts eveneens naar den heiligen Maggied en liet zich door hem in de kennis der Thora onderrichten.
En hij werd een groot Thorakenner, werd zelf een Rabbi en verrichtte vele wonderdaden. Moge de Goddelijke Voorzienigheid ons steeds bijstaan in de ure des gevaars en mogen onze oogen spoedig den terugkeer naar Tsion en Jeruzalem in vrede aanschouwen. Amen.
34