Doch hij wist niet, of de vorst den ring had medegebracht. Toen de koning zag, dat de weerwolf blijde was, dat hij weer terug was, nam hij den ring uit zijn zak en toonde hem den weer-wTolf. Wanneer de koning echter geweten had, welk een macht de ring had, zou hij hem waarschijnlijk niet hebben afgestaan.
Thans deed hij den ring aan den poot van den weerwolf.
Plotseling stond daar een naakte man. Toen de koning dit zag, wierp hij snel zijn mantel over hem heen en sprak tot zijn tafelgenooten:
— Schrikt niet, mijne heeren, de man, dien gij zooeven hebt gezien, was de weerwolf.
De Raaw was nu zeer verheugd en sprak tot den koning en vroeg hem verlof naar huis te gaan. De koning antwoordde hem, dat hij gerust naar huis kon vertrekken. Mocht hij dit evenwel wen-schen, dan kon hij ook in het paleis blijven wonen, zoolang hij leefde, opdat de koning in de gelegenheid zou zijn, hem zijn dankbaarheid te toonen.
De Raaw wenschte echter naar huis te gaan. De koning wilde hem nog kostbare geschenken mede geven, doch de Raaw sprak:
— Heer koning, gij hebt met eigen oogen aanschouwd, dat ik voldoende geld en kostbaarhe-
104