Melodieën der stilte

Titel
Melodieën der stilte

Jaar
1939

Pagina's
44



ZONSONDERGANG AAN ZEE.

Toen straks de zon het wolkgordijn verscheurde En in haar laatsten stralengloed verscheen En zee en hemel paars en purper kleurde,

Klonk in mijn diepste ziel een zacht geween.

Ik zag de wolken jagen door de luchten.

Zij zagen, zwaar en grauw, er dreigend uit.

Het murmelen der zee klonk als een zuchten . . . Wat of dit klagend zuchten toch beduidt? .. .

Is nu de zon voor goed in zee gezonken?

Zendt zij haar stralen nooit meer naar ons uit? Heeft zij voor ’t laatst op deze zee geblonken?

Wat of dit klagend zuchten toch beduidt?

Een zachte wind gleed over mijne haren,

Zooals een moederhand een kind wel streelt Om daardoor zijnen angst te doen bedaren,

Dien hij voor ’t moederhart vergeefs verheelt.

En aan mijn oor klonk toen een zacht gefluister:

De maan toont straks de schoonheid van den nacht En hult het Al in nieuwen, blijden luister . ..

De zee weent om vergane kleurenpracht. . .

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.