Met zachte stem en lief gebaar Heeft zij mij op den berg geleid.
Ik snoof den geur in van beur baar En zag slechts baar bekoorlijkheid ...
De lijnen van baar rank figuur Lokten mij mede naar den top Ik wist geen dag meer en geen uur Totdat zij eensklaps zeide: Stop!
Zij wees mij toen een diep ravijn Het was er grauw en kaal en dor.
Zij greep mij beet en sprak: verdwijn!
Hoe klonk baar stem toen wreed en schor! En met den lach der scbelmscbe jeugd Hing zij als zóóveelste tropbee Mijn mannentrots en levensvreugd Aan baar ceinture de cbasteté . ..
16