Melodieën der stilte

Titel
Melodieën der stilte

Jaar
1939

Pagina's
44



DE ZEE.

O zee, o zilte zee, hoezeer kan ik verlangen Naar uw steeds wisselende kleur,

Naar uwen geur

Uw nooit voltooide zangen . . .

Ik weet: gij kunt een wreede vijandin soms wezen,

Doch uw vaak dreigend-woeste zang Stemt mij niet bang . ..

U kan ik nimmer vreezen.

Uit uwen golfslag, zee, heb ik een lied vernomen . .. Het was een watervlug gerucht,

Zoo puur als lucht,

Dat in mijn ziel kwam stroomen .. .

Hoe kreeg uw lied, o zee, zijn grillige cadansen?

Nu buldert het onstuimig wild Om straks, verstild,

Te fluisteren in uw glansen .. .

Gij weet: gij hebt met uwen zang mijn hart betooverd .. Gij streelt mij en gij zweept mij, zee ...

Ik ben tevree:

Gij hebt mij gansch veroverd.

Gij kunt gelijk een vrouw behaagziek mij bekoren.

Gij neuriet dan uw teerste lied En twijfelt niet,

Of ’k ik zal u toehehooren.

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.