11
a. op feestdagen en bizondere Sabbathdagen: feestgebeden (סיוטים) ;
b. op vast- en boetedagen: smeek■ en boetgebeden
(סליחות en ודרים);c. op תשעה באב : treurgedichten (קינות)•
9.Bij den gezamenlijken dienst (תפלה בצבור),
» T :
waarbij ten minste tien godsdienstig-meerderjarige mannelijke personen tegenwoordig zijn, worden voor■ gedragen:
o. *קדיש, een heilig gebed tot huldiging van Gods naam, door één persoon uit de gemeente voorgedragen en door de gemeente telkens met אמן of אמן יהא שמה רבא beantwoord;
b. לברכו eene opwekking, om God te loven, waar■
־:t
aan de gemeente door het uitspreken vam ברוך ה המבורך voldoet;
c. קדושה, heiliging van Gods naam, door het uitspreken der verzen (פסוקים), waarin de engelen God huldigen;
d. ברבת בהנים, de zegening, die de priesters (כהנים) over de gemeente bij de verschillende bid-stonden, behalve bij het namiddag- en avondgebed, uitspreken. In de meeste gemeenten geschiedt deze plechtigheid alleen op feestdagen en wordt op an• dere tijden in de plaats daarvan door den voorlezer