Joodse godsdienstleer voor de jeugd

10

b.    rrmפסוקי־, psalmen en verzen uit de Hei-lige Schrift, waarmede wij 's morgens Gods naam huldigen. Zij worden ingeleid door de lofzegging ברוך שאמר en gesloten door de lofzeggingen ישתבח ;

c.    קריאת שמע, voorafgegaan en gevolgd door lofzeggingen (ברכות קריאת שמע), als 's morgens יוצר אור enz., ׳s avonds אשר בדברו מעריב ערבים enz.;

d.    שמנה עש¹רה, het eigenlijke gebed, waarin wij bij iedere bidstonde eerst onzen God in al Zijne Grootheid huldigen (שבח), dan onze verschillende behoeften van Hem afsmeeken (תחנה of במשה) en

r • :    r Ir•

eindelijk Hem voor Zijne Goedheid danken (הודיה);

t r

e.    נפילת אפים (of תחנון), boet- en smeekgebeden, die wij op gewone werkdagen, 's morgens en's mid-dags op שמינה עשרה laten volgen.

f- עליני, het verheven slotgebed, waarmede wy iedere bidstonde eindigen.

Hierbij behooren nog:

g.    op Vrijdag avond: לכו נתנה) קבלת שבת enz.), psalmen en zangen, waarmede wij den heiligen Sabbath big zijne intrede begroeten.

h.    op חנוכה ,ראש חדש en de שלש רגלים: de

V ,    T

psalmen, die wy הלל noemen;

i.    gedurende de עשרת ימי תשובה: het gebed

T J •י :    VIV^-I

אנינו מלבנו•

I•• J ־    I* T

Als gebeden of dankzeggingen voor bizondere da• gen gelden nog: