Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



DE MENSCHHEID.

Nog niet haar chaotisch-zijn ontstegen, Voelend als een moeder een bewegen Van het onbewuste, onbekende Wezen, zuchtend in haar donkre lenden,

Ligt de menschheid en haar mond is stil En haar oogen kijken strak van wil, Aangetrokken tot de vreemde droomen Die gestegen uit haar binnenst’ komen.

Hare oogen kunnen niet vasthouden Wisseling van lijnen, die ontvouwen Hunnen omtrek, wentelingen trage, Achter sluiers waarin zij vervagen.

O om één ondeelbaar oogenblik Licht te zien uitvallen, als een schrik Tusschen het weg spoelende gefluister In dit smartelijk doorwoelde duister.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.