Komt dan nooit een einde aan mijn dragen? Valt er nog geen antwoord voor het vragen Van dit wezen, dat in mij opbeurt Het harde hoofd en mij de nieren scheurt? —
Eind’loos moede ligt de menschheid neder,
In haar lichaam slaapt de wording weder,
En zij voelt haar droom, het wonderbare Zalig oogenblik, dat 2:ij zal baren.
72