Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



Weet niet wie u lichtend maakte, Levend in een bad van glans,

Zooals water, dat aanraakte Sprenkeling van zonne-dans;

Weet slechts, dat zij is een arme Vrouwe, die een zoon voortbracht; Dat zij rust in zijne armen —

En haar is het rusten zacht;

Dat zijn hand heft vlammend teeken, Dat hij opent toekomst-rijk, —

En zij voelt haar leven breken,

En zij lacht, een kind gelijk.

* *

*

Wees gegroet, gij namelooze Moeder, die de vrijheid baart,

Die in uwen schoot, den broze,

Onze toekomst hieldt bewaard.

Werker riep, — gij zijt verschenen, Werker wees, — gij zijt gegaan,

Tot de diepst verachten henen, — Allen hebt gij welgedaan.

Die verduisterden in sloppen, — Schoven bonden in de zon, —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.