Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



Buiten lag de vale steeg In het stervende beweeg Van haar vunze hokken,

Maar gij zelve als een stad, Waart gestegen, en gij hadt Om u klank van klokken.

En gij werdt gelijk de dag Stralende, daar ik u zag Naar den einder schrijden,

Met uw haren-vonkeling Neder tot de gordeling Van uw kleed, wit-zijden.

En nu wacht ik op den nacht, Waarin gij wilt komen, zacht, Mij te gaan verblijden Met uw oogen, stil en diep, En uw stemme die eens riep, Op te gaan, wij beiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.