Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



„Kracht die in hun ajers zwelt, Kracht die uit hun oogen snelt, Gaan zij te verkoopen;

Voor een dagloon in de hand Dragen zij ’s werelds bestand, — Dagloon zal hen sloopen.

„Bij de smidse in de schouw Ziet gij razende flambouw Uit het vuur geblazen;

Op de bout die gloeiend lag, Komt gestage’ hamerslag Tikken klank uit glazen.

„En van vensters vallen neer Hengsel, beugel en blindeer. Die den inkijk sluiten;

Open ligt de slagerij En een groeze kommenij, — Prentjes aan de ruiten.

„Nu begint de dag zijn loop Aan het hoogveld, en er droop Vonkeling van spetten;

Aan den hemel sloeg een vlam, Waar de zon de steeg in kwam Voetstappen te zetten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.