Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



„Kleine gore jodenman Trekt er aan zijn karre, van Vroegmis tot den avend; Lorren komen uit zijn keel, Vodden, pijp en kachelsteel En een kleed gehavend.

„Ingevreten kale kop Steekt hij naar de huizen op, Vodde, Vodde., Vodde. Schuifelende roept het woord Zijn versleten leven voort; Vodde, Vodde, Vodde.

„Tuimeldeurtje op een kier Hoort gij maken rinkelier Op een tinnen schelle.

Vrou wetjes in kam er jak Dragen buiten pot en bak, Komen iets vertellen.

„Dan stapt leven door de steeg Stroom van werkers in beweeg, Naar de karreweien;

In den knapzak, op den rug, Ketels dragen zij en kuch, Waaraan zij maaltijen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.