Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



II.

In de kamer, als de deuren Dichtgaan op de leege straten En gij hebt het huis verlaten,

Wil iets wonderlijks gebeuren.

In het afgedakte boven Waarin gij haar hebt vernederd, Wordt iets lichtelijk verschoven, — Stijgt een kreetje, zwak gevederd;

Tast en trantelt aan de wanden; Gaat een dwaallichtje ontsteken; Zilver en blauw lichtend teeken, Danst er met omnachte randen.

Uit de kribbe die, verloren,

Staat in duistre kuil geborgen, Werd een klein geluid geboren, Bevende als straal in morgen;

Liep de kamer in, ontstak er Aan de dicht gegroeide kleuren, Tintelingen en verbrak er Schemering aan slot en deuren;

Bleef aan de paneelen strijken;

Liet de lage ruimte springen,

32

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.