Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



BONTWEVER TE GEMERT.

Uit den vroegen voortijd,

In een woon van bergkrijt,

Plagge, wier en teer,

Hol van holenbeer,

Spoelt en woelt,

Dat de haspels tikken aan de wanden En de draad heen-om-schiet naar zijn handen, Het kleine weverke voor zijn gestoelt.

Ingebukte, tusschen Een beschot van lussen Wankel boven hem,

Voet en armenklem ;

Spant en plant

Bij het teeken dat zijn voeten wiegen Hij, het stoelke, dat uit klossen vliegen Laat, getwijnde draadjes tot vierkant.

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.