III.
Daar nu zijn genoeg op aarde: Mannen, in wie weten klaarde,
Dat het zoo niet langer gaat Met den scheef gezakten Staat, Waarin niemand dan wat rijken Mogen vette bouten strijken,
En u laten het karkas, — Proletaren, toekomstras,
Gaat in Socialisme loopen!
Wordt een leger van cyklopen! Gooit de wereldorde om,
Stoot de kerels uit hun dom,
Die zich gaan met gore kaken Van den arbeid meester maken, Van de sterren, van de zon,
Van de velden, van de bron,
Van de vruchtigheid. der aarde, — Werker, werker, weet uw waarde Veeg ons mooie wereldhuis Schoon van boeven en gespuis, — Ga den rijkaard murwe maken, — Trek den gifttand uit zijn kaken, Hijsch de roode vaan ten top, — Trap uw kroeg in en uw slop, — Blusch de lichten der bordeelen, Dat de wereldlichten spelen Op een nieuw gerezen stad,
io