Uitgezonden door makronen Die in luierkroegen wonen, — Zoekers in het bosch naar bank,
In hun oogen dievensprank,
In de handen het aangrijpen,
Moord en doodslag en verknijpen — Wat is oorzaak, menschenpak Met gedachten, goor en brak,
Oogen loensch en slijpe voeten,
Dat ge zóó zult blijven moeten, Averechts en uit de schreef? — Knechtschap was het die u dreef. Knechtschap deed uw denken dalen En u brengen naar de zalen,
Waar de misdaad wordt berecht, — Knechtschap maakte u zoo slecht.
II
Waar genoeg van zijn op aarde: Sluipers die de krachten gaarden Der arbeiders in één hand,
Om hen sloten stalen band En toen nepen, dat de werker, Opgedrongen in dien erker,
Voelde leken harte-sap En zijn spieren worden slap, —
Tot de greep ging langzaam open, En de werker leerde loopen