Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Titel
Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Jaar
1919

Pagina's
49



OPROEP AAN ONZE KAMERADEN

Hoort gij ons niet roepen oude makkers,

Als gij denken moet aan uwe vrijheid,

Hoort gij ons niet roepen oude makkers?

Wij zijn deez’ diepe vrijheid ingegaan,

De wijde wildernisse, de oer-oude,

Waarin de vogel schreeuwt, het roofdiêr sluipt; Ook wij, wij sluipen, wij de pionieren,

Roeien het lage-bij-de-grondsche uit,

Richten ons heftig op en maken vrij Ons zelven en de mensch-gelijke boomen Van woekering der vunze slingerplant.

Hoort gij ons niet roepen oude makkers,

Buigt uwe hoofden heen waar gij eens waart, Eertijds waart gij de oude communisten,

Gij stond gestrekt tegen de maatschappij,

Naar al wat hoog was richtte zich uw hand, Want gij stond hooger, in de vrijheid stondt gij De vrijheid dezer die nog niets bezitten

34

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.