Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Titel
Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Jaar
1919

Pagina's
49



VREDE

Voor Henriette Roland Holst.

Smartelijk-zoet woord, waarvan deez’ tijd verhaalt, Door de veeltaligen, die zijn verzameld, —

Gij laaiend vuurge bede uitgestameld, —

Gij zijt een schim die door ons denken dwaalt.

Wij meenden U te zien, wanneer ons oog Verlangend was den einder heen te staren — Maar uit de aarde gele vlam opvloog En bloed drupte van de verschrikte blaren.

Wij meenden U te hooren — ver vervaagd —

Bij het gevlam en het vol-helsch rumoeren Der juichende kanonnen en vuur-roeren Boven de stervenden, wier stem weeklaagt.

Wij wilden tot U roepen, kom toch, koom,

Zooals een moeder komen kan, genegen, —

En werden kinderen, droomend een droom;

Zij zien lieflijke gestalte zich bewegen.

3i

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.